Anatomie van de voortplantingsorganenEen varken heeft een gemiddelde cyclus van 21 dagen, bij de mens is dit 28 dagen. Aan het begin van de cyclus vind de ovulatie (eisprong) plaats, wat betekent dat er rijpe eicellen vrijkomen in de eileiders. Dit kunnen 10 tot 25 eicellen zijn. In figuur 1 is een overzicht te zien van de voortplantingsorganen van een vrouwelijk varken (zeug).
|
1. Vagina
Schede, verbindt de cervix met de buitenkant van het lichaam. 2. Cervix Baarmoederhals, de opening naar de baarmoeder die alleen tijdens de vruchtbare periode doorlaatbaar is voor spermacellen. 3. Baarmoeder Deze wordt niet gebruikt zoals bij de mens. 4. Baarmoederhoorn Hier nestelen de bevruchte eicellen zich in. Hier kunnen wel 14 biggetjes zich ontwikkelen tijdens de zwangerschap. 5. Eileider Na de ovulatie (eisprong) zal de rijpe eicel hier bevrucht kunnen worden. 6. Eierstokken Hier worden de eicellen gevormd. 7. Blaas De precieze grens tussen de cervix en de vagina kan iets anders zijn dan aangegeven in figuur 2.
|
Wat opvallend is, is dat de baarmoeder erg klein is, veel kleiner dan je zou verwachten in vergelijking met de baarmoeder van de mens. Deze baarmoeder is dan ook niet de echte baarmoeder, de plek waar de biggetjes zich ontwikkelen tijdens de zwangerschap. Dit vindt plaats in de baarmoederhoorns, het begin van de beide eileiders die beide nog bij de baarmoeder horen. Deze ruimte is nodig, omdat een zeug zwanger kan zijn van wel 14 biggetjes.
De lengte van de vagina samen met de baarmoederhals is groter dan je zou verwachten. Het gedeelte van het geboortekanaal wat aangegeven is met nummer 2 heeft de structuur zoals in figuur 3. De wand is duidelijk geplooid en is zeer rigide in vergelijking met het zachte weefsel van de baarmoederwand (zie figuur 4). Aan de bovenkant splits de baarmoeder zich verder in twee eileiders. |
De eileiders liggen aan beide kanten zeer gekronkeld in het lichaam en lopen bijna driekwart in de rondte. Beide eileiders worden op hun plek gehouden door ligamenten waarlangs ook de bloedvaten lopen om de wand van de eileiders van voedingsstoffen en zuurstof te voorzien (en de afvalstoffen af te voeren). Dit is goed zichtbaar in figuur 5, 6 en in figuur 7.
Hieronder zijn beide eierstokken zichtbaar (figuur 8 en 9). In de eierstokken ontwikkelen zich elke cyclus meerdere follikels. Een follikel is de eicel samen met de cellen daaromheen die zorgen voor de verdere ontwikkeling en voeding van de eicel. |
Het verkrijgen van een eicel uit de eierstokken
Het is mogelijk om op een eenvoudige manier enkele eicellen uit de eierstokken te verkrijgen en deze zichtbaar te maken onder de lichtmicroscoop. Het enige wat je hiervoor nodig hebt is een injectienaald van ongeveer een milimeter doorsnede (een eicel zelf is ongeveer 0,2 mm groot), een petrischaaltje met natriumchloride-oplossing (0,9%) om de eicel in te plaatsen (zodat deze in de juiste vorm blijft en geen water gaat opnemen of afstaan aan de omgeving), een binoculair, een lichtmicroscoop en een objectglaasje en dekglaasje waartussen de eicel te plaatsen is om deze zichtbaar te maken onder de lichtmicroscoop.
|
Het resultaat: de eicel
Hieronder is het resultaat te zien. In figuur 12 is de eicel zichtbaar gemaakt door middel van een binoculair en in figuur 13 is deze zichtbaar door middel van een lichtmicroscoop met behulp van een vergroting van 10x4. De doorsnede van het gezichtsveld is 1,8 mm, wat betekent dat deze eicel ongeveer 0,13 mm in doorsnede is. De lichte rand om de eicel heen is de zona pellucida, een beschermlaag bestaande uit nutriënten. Deze laag wordt gemaakt door de zona radiata, de granulosacellen die je daaromheen ziet (klik voor een vergroting).
Terug naar onderwerpen
|
Gebruikte informatie:
Het zakboek varkens |